21 Feb CENSUUR
Censuur
Een van de betekenissen die Van Dale (online, 2023) geeft van het woord ‘censuur’ is “toezicht door een kerkelijke of wereldlijke overheid op voor publicatie bestemd drukwerk, het toneel, de film ofwel op brieven, met de bevoegdheid daaruit gedeelten te schrappen of te verbieden”. Nog twee betekenissen die het woordenboek geeft (naast nog drie andere voor deze column minder relevante betekenissen) zijn ‘afkeurend oordeel, openlijke terechtwijzing” en “inbreuk op de vrijheid van meningsuiting”.
Duidelijke voorbeelden van censuur door een wereldlijke overheid zijn volop te vinden. We hoeven maar te denken aan het woord ‘oorlog’ dat in Rusland in publicatie noch als gesproken woord mag worden gebruikt. Het moet de SMO zijn, de Speciale Militaire Operatie in Oekraïne, en op het gebruik ervan staat gevangenisstraf of erger, deportatie, -afhankelijk van wie je bent en waar je het woord (voor) hebt gebruikt. Zoals we weten gaat het nog veel verder daar in Rusland: schrijvers worden verbannen of vermoord en dat geldt ook voor talloze anderen die zeggen en schrijven wat ze vinden en wat niet in de lijn ligt van de Putinis opinio. Want de Russische president aan de top van deze autocratische staat bepaalt wat zijn onderdanen mogen zeggen en … denken. Het autocratische gedachtengoed lijkt in de hele wereld overigens hand over hand toe te nemen: Xi Jing Pin, Assad, Erdoğan of Orbán proberen het denken van hun volk op talloze manieren naar hun hand te zetten. Er zijn meer voorbeelden te geven. De vrijheid van meningsuiting wordt door autocratische censuur van bovenaf aan banden gelegd of geliquideerd.
Maar blijkbaar kan het ook van onderop. Wij van P&P noemen dat democratische censuur. Daar passen de beide andere betekenissen hierboven bij die we in Van Dale vonden. ‘Oordeel’ en ‘meningsuiting’ krijgen in ons democratisch bestel meer en meer een generieke betekenis: mijn oordeel, mijn mening geldt voor iedereen. De omgekeerde variant van Kants categorische imperatief. Die luidde: “Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Zijn omkering door ons luidt: “Doet een woord mij verdriet, dan gebruikt gij het niet”.
De afkeurende oordelen en inbreuken op de vrijheid van meningsuiting vliegen ons zo langzamerhand zo hevig van links en rechts om de oren dat er een effect van onderdrukking en censuur door ontstaat.
Zodra een woord of meningsuiting door een groep als kwetsend wordt ervaren en daaraan voldoende maatschappelijke aandacht (social media!) wordt gegeven, lopen ze een gerede kans democratisch gecensureerd te worden. Uitgeverijen censureren teksten op straffe van exclusie van de schrijver. Zelfs historische teksten worden gecensureerd, waarin de betreffende woorden tijdseigen zijn en tekenend voor de destijdse cultuur. Alleen de gedachte al dat ‘dik’ en ‘lelijk’ in Roald Dahls werk mitigerend zullen worden gecensureerd spreekt boekdelen. En waar de autocraat met ernstige straffen dreigt, hanteert de democraat de doodsbedreiging als succesvol afschrikmiddel. Dichter Pim Lammers voor de Kinderboekenweek!
Bij het autocratische verbod weet je in elk geval precies waar je aan toe bent, maar hoe de democratische censuur van onderop meer precies werkt, dient nog nader onderzocht.
Is het de tijdgeest waardoor taalverandering meer en meer gestuurd wordt? Zowel autocraten als democraten censureren en de laatsten niet alleen ter rechter, maar ook ter linkerzijde. ‘Taal ontwikkelt zich vanzelf,’ is een vaak gehoorde uitspraak, ‘daar verander je niets aan. Het is een autonoom proces.’ Maar is dat ook zo?
Reageren? Dat kan: info@penpsupport.nl